Menu  |  Nieuws  |  Ligging  |  Over deze site  |  Contact  |  Logo  


13 mei 1940

 

Maandag 13 mei 1940. Op dag vier van de 18-daagse veldtocht werden er in Leuven en Kessel-Lo nog steeds her en der werken uitgevoerd om de stellingen van de geallieerden te verdedigen. Zo werd aan het treinstation een hangar voor steenkool omver gehaald om aan een anti-tankkanon een beter uitzicht te verschaffen. Op de Brugberg (Diestsesteenweg) werd een geïmproviseerde hindernis opgeworpen met enkele stootkarren en paardenwagens.1

 

Uit het dagboek van Louis Vanderloock, zijn relaas van die 13de  mei

De vrees bij de bevolking zat er intussen goed in en velen twijfelden dan ook niet langer en sloegen op de vlucht, richting Brussel of zuidwaarts richting Frankrijk. Zo ook de familie van Louis Vanderloock, wonende op nummer 26 op het Gemeenteplein (in de volksmond "Heffel"). Louis Vanderloock schetste in zijn dagboek zijn relaas van die 13de mei 1940.2

 

“Maandag planden al veel mensen van de geburen om ook te vluchten. Bij ons op de boerderij was de familie Grietens, omdat ze in Blauwput te dicht bij het station woonden en schrik hadden van de bombardementen en bij tante Maria, de van Goethems en de Vrancken. In de abdij was veel volk van Kessel en Blauwput gekomen om te schuilen in de vele kelders van de adbij. In de vroege ochtend was het een geweldig lawaai van kanonschoten, die kwamen van over Leuven richting Lubbeek en Diest.

 

Heel de familie Vansina, Van Goethem en Grietens was op Heffel en vroegen aan onze vader om paard en kar klaar te maken om ook te vluchten. Vader zei dat hij niet wegging om alles achter te laten. Nonkel Eduard en tante Cornelie maar zagen en vragen om het paard in te spannen. Wat later vroeg tante Cornelie of zijn leven en dat van de ganse familie dan niets waard was, om niet te vertrekken. Hij zei “goed, wij zijn weg, maar ik neem niets mee.” Op een niets van tijd waren we gereed en weg met alleen een pak, een dikke jas en een deken op onze fiets.

 

We vertrokken rond 23u30 met gans de familie Van Goethem, Grietens en wij, het gezin Vanderloock. In de Gemeentestraat woonde de vader van nonkel Smet en hij belde om te zeggen dat hij wegging en smeet het pak dat hij moest dragen in de gang en was weg.

Honderd meter verder kwam de commissaris buiten en vroeg: “Menne van waar komt u?” en onze vader was zo verlegen dat hij niet durfde te antwoorden.

 

Wij door Leuven, langs de Tervuurse poort op weg naar Tervuren en Brussel. Tante Cornelie had zich voorzien van eetwaren en voor wij Leuven uit waren vielen de koffiebonen op de grond. Het was ruzie tussen tante en nonkel Smet om een pak koffiebonen en alles wat achter bleef was weg, omdat zij op vlucht gingen. Zes koeien en een paard lieten ze achter.”

 

Foto: Het Gemeenteplein of  "Heffel" met de boerderij van de familie Vanderloock. © Jan Uyttebroeck.

Het vakantiecomplex op de Kesselberg

Ook voor de bewoners van de Abdij van Vlierbeek, kwam vandaag het geweld van de oorlog opnieuw zeer dicht bij. Op 13 mei 1940 bliezen de Engelsen immers het volledig nieuwe, nog niet in gebruik genomen, vakantiecomplex op de Kesselberg op. De enorme explosie moet ongetwijfeld tot op de abdijsite te horen geweest zijn. Getuigen hadden het nadien – verkeerdelijk – over een bombardement. Het geeft aan met hoeveel lawaai deze operatie moet gepaard gegaan zijn.3

 

Al in de late jaren 30 van de vorige eeuw was men er van overtuigd dat het moderne, stedelijke leven een ritme bereikte dat zou zorgen voor uitputting en erger nog de gezondheid van de werkende mens zou schaden. In het vaktijdschrift Bâtir van februari 1940, lezen we dat het gevaar reeds om de hoek loerde. “Mensen verliezen hun frisheid, hun optimisme en hun evenwicht. Het is dus dringend nodig dat er voorzieningen worden aangelegd ter ontgifting en ontspanning van onze arbeiders”, luidde het. Alles wat kon bijdragen aan de gezondheid van de bevolking, moest koste wat het kost bewerkstelligd worden. De bouw van vakantiecentra op grote schaal kon hier toe bijdragen. Deze arbeidersvakanties moesten zo veel mogelijk van overheidswege georganiseerd en begeleid worden.4

 

In deze context werd in 1937 op initiatief van het gemeentebestuur van Kessel-Lo en met financiële tussenkomst van de Ministeries van Openbare Werken, Volksgezondheid en Verkeerswezen en het OREC (Dienst voor Economisch Herstel) begonnen met de bouw van een “vakantietehuis” op de Kesselse Bergen.5  En er was meer. Op het plateau van de Kesselse Bergen, te midden van de gezonde natuur, werd niet alleen een vakantietehuis, maar tevens een jeugdherberg, een kampeerterrein en een sportterrein aangelegd. Dit vakantiecomplex zou model staan voor vele andere die nog zouden opgetrokken worden. Architect François Baeb wou bij de constructie niets aan het toeval overlaten. Hij liet een minutieuze studie van het terrein voorafgaan aan de uitwerking van zijn technische ontwerpen. De gebouwen zouden bijgevolg opgetrokken worden op een bevoorrechte locatie. En met hun horizontale en rustige lijnen zouden ze harmonisch aansluiten bij het omliggende landschap. De toegang tot het plateau werd verzekerd via een trap langs de zuid-oostflank van de Kesselse Bergen en zou een hoogte van 75 meter overbruggen.6  Van op deze hoogte zou men kunnen genieten van een adembenemend uitzicht over het Vlierbeekse platteland, de stad Leuven en ver daarbuiten.

 

En het is nu net dat uitzicht dat er toe leidde dat het vakantiecomplex op 13 mei 1940 werd opgeblazen… nog voordat één enkele bezoeker er een voet had kunnen binnenzetten. Het gebouw keek immers uit over de Belgisch-Britse linies en mocht daarom zeker niet in handen vallen van de Duitsers, die van hieruit een aanval op onze troepen zouden kunnen coördineren.

 

Op 12 mei 1940 – de hoogdag van Pinksteren - had de inhuldiging van het complex moeten plaatsgevonden hebben, maar omwille van het uitbreken van de oorlog was deze plechtigheid uiteraard niet doorgegaan…7 en op 13 mei werd het door de Britten herleid tot een ruïne. Om 06u30 van die 13de mei – pastoor Eeckelaers ving in onze abdijkerk net aan met zijn eerste eucharistieviering van die dag8 - begaf een detachement van acht manschappen van de Britse genietroepen*, onder dekking van twee Bren Gun Carriers** en onder leiding van Major H.P. Drayson, zich naar de Kesselberg om het gebouwencomplex op te blazen. Het complex werd met maar liefst 700 kg schietkatoen vernield en werd grotendeels herleid tot een ruïne.9

 

* van de 246th Field Company Royal Engineers.

** van het 1st Battalion The Coldstream Guards.

 

Foto 1: Ontwerp voor het bouwen van een vakantieoord - Gemeente Kessel-Loo.

© Stadsarchief Leuven.

 

Foto 2: Het pas gebouwde vakantietehuis op de Kesselberg.

© Stadsarchief Leuven.

 

Foto 3: Plan van het terrein op de Kesselberg waarbij op nummer 1 de jeugdherberg werd ingepland en op nummer 2 het vakantietehuis voor de arbeiders. Nummers 3  en 4 werden ingetekend als campeerterrein en nummer 5 tenslotte zou een sportterrein worden.

© Bâtir uitgave 87 van februari 1940.

 

 

Foto 4: De gloednieuwe jeugdherberg op de Kesselberg.

© Bâtir uitgave 87 van februari 1940.

 

Foto 5: Zicht op de jeugdherberg (rechts) en het vakantietehuis (links) met in het midden een sanitairblok voor de campeerders.

© Bâtir uitgave 87 van februari 1940.

 

 

 

 

 

 

Wil je graag onze bronnen bij deze websitepagina raadplegen, klik dan hier.

 

© Heemkundige Kring Vlierbeek vzw.

Deel deze pagina