Geschiedenis
1728 – 1752: Abt Leonardus Lenaerts
Ofschoon in Vlierbeek na de verbanning van abt Paradaens grote verslagenheid heerste, moest het leven verder gaan. Op 19 juli 1728, enkele dagen na de veroordeling van Paradaens, begaf de kanselier van Brabant zich naar Vlierbeek om er de tijdelijke zaken te regelen. Monnik Leonardus Lenaerts werd aangesteld tot prior om voorlopig de leiding van de kloostergemeenschap op zich te nemen. Kort na het overlijden van Paradaens verzocht de regering kanselier en de bisschop van Antwerpen te Vlierbeek de verkiezing te organiseren. De monniken opteerden voor Lenaerts, die op dat ogenblik tevens de taken vervulde van ziekenmeester en voorzanger in het koor. Hij was afkomstig uit Halen en vierenveertig jaar oud. Zijn aanstelling volgde op 8 november 1728.
De nieuwe overste wou vermijden dat de abdij in de toekomst nogmaals een visitatie zou moeten ondergaan door een bisschop, zoals ten tijde van Paradaens. Daarom probeerde hij van de wereldlijke en kerkelijke overheden te bekomen dat ze officieel zouden aanvaarden dat zijn klooster exempt was, dit wil zeggen vrij van bisschoppelijke inmenging. Lenaerts stelde namelijk dat enkel benedictijnse abten van de Congregatie van Bursfeld, waarmee Vlierbeek banden had, visitaties mochten uitvoeren. Dit verzoek kwam echter zo hard aan dat de Mechelse aartsbisschop weigerde Lenaerts te wijden tot overste. De zaak sleepte aan tot 29 juni 1729, de dag waarop de wijding uiteindelijk doorging. Lenaerts koos tot spreuk: Fortiter et suaviter ("Krachtig, doch met zachtheid"). Door een wijs beheer trachtte hij de geschokte rust in de abdij te doen terugkeren.
Abt Leonardus Lenaerts (1728-1752) bestelde rond 1737 een orgel bij Jean-Baptiste Le Picard, de leermeester van Robustelli aan wie het orgel vroeger ten onrechte werd toegeschreven. De kast is centraal bovenaan versierd met het wapen van de abt en links en rechts treft men twee medaillons aan met de beeltenissen van de H. Benedictus en diens zus Scholastica, patrones van de benedictinessen. In het begin telde het orgel twee klavieren, bespeelbaar via een deurtje in de onderbouw van de kast. Jean-Baptiste Le Picard was de voornaamste vertegenwoordiger van een Luiks orgelatelier. Hij bouwde volgens de Franse traditie zowel kleine als monumentale orgels. De structuur van het Vlierbeekse viervoet orgel met één klavier werd in de loop der jaren ingrijpend gewijzigd. Het orgelmeubel en ruim de helft van het historisch pijpwerk bleef gelukkig bewaard. Bij de restauratie in 2006 door orgelbouw Thomas is het Le Picard-orgel gereconstrueerd naar zijn oorspronkelijke toestand van omstreeks 1737.
Binnen- en buitenlandse organisten die de jongste jaren het Vlierbeeks orgel bespeelden prezen het instrument voor zowel het technische aspect als voor de zorgvuldig geïntoneerd nieuw toegevoegde registers die mooi aansluiten bij het originele pijpenmateriaal. Orgelbouw Thomas uit Ster-Franchorchamps, Spectrum N.V. uit Hasselt, het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vlaanderen en het kerkbestuur van Vlierbeek bezorgden Vlierbeek terug één van de parels van het Vlaams orgelerfgoed.
Om de 14 dagen wordt tijdens de liturgische viering het orgel bespeeld door organist Paul Van Hooff met begeleiding van Odette Meyers' blokfluit. Andere concerten worden op de Agenda aangekondigd.
Klik op de foto's om ze te vergroten.
© Heemkundige Kring Vlierbeek vzw