Menu  |  Nieuws  |  Ligging  |  Over deze site  |  Contact  |  Logo  

Tijdlijn
1772 – 1796: De interventie van L.B. Dewez

De kerk, opgetrokken na de terugkeer van 1642, was wegens gebrek aan middelen slechts gedeeltelijk voltooid. Deze constructie was overigens al in wankele toestand. Vanden Bruel wenste niet alleen een nieuw bedehuis, maar droomde bovendien van een geheel moderne abdij. Hij inviteerde daartoe Laurent-Benoît Dewez (1731-1812), architect in dienst van de toenmalige gouverneur der Oostenrijkse Nederlanden, Karel van Lotharingen. Dewez had studiereizen ondernomen naar Italië, Griekenland, Syrië en Egypte en toonde al zijn kunde bij de herbouw van andere abdijen in onze gewesten (meer bepaald de abdijen van Orval, Gemblours, Heylissem, Vorst en Affligem).

 

Dewez legde spoedig de plannen voor een volledig nieuw complex voor. Hierbij zou al het bestaande verdwijnen en vervangen worden door eigentijdse constructies in neoclassicistische stijl. De voorstellen vielen in de smaak van de Vlierbeekse communauteit en weldra werd het startsein voor de werken gegeven.

 

Op 23 oktober 1775, na de hoogmis werd begonnen met de afbraak van de bestaande kerk. De officies gingen voortaan door in de kapittelzaal. Op 13 mei 1776 was de afbraak voltooid en de dag daarop begon men met de fundamenten van het nieuwe bedehuis. Weldra zou de eerste steen kunnen worden gelegd. Op 30 juli greep de eerstesteenlegging plaats in aanwezigheid van architect Dewez en van talrijke vertegenwoordigers van bevriende kloosters.

 

Op de voorgevel, vlak onder de dakgoot, prijkt nu nog de datum 1780 en dit bewijst dat het gebouw in dat jaar die hoogte had bereikt. Drie jaar later was het voltooid. De wijding zou echter nog meerdere jaren op zich laten wachten. Pas in de zomer van 1790, namelijk op 31 augustus, zou kardinaal van Franckenberg zich voor de consecratie naar Vlierbeek begeven. Het ziet er naar uit dat deze gebeurtenis geruime tijd werd uitgesteld wegens allerlei minder gunstige toestanden tijdens de regering van Jozef II (1764-1790), die zowel de Mechelse kerkvorst als de abt van Vlierbeek heel wat last berokkenden.

 

De bouw van de kerk zou verscheidene jaren in beslag nemen. Ondertussen, in 1777, begon men met de oprichting van een gedeelte van een ander onderdeel van Dewez' plan, namelijk het abts- en gastenkwartier. Deze constructie, uitwendig streng en sober van lijn, maar binnenin voorzien van weelderig versierde salons en receptiezalen, staat thans nog overeind en is nu gekend als het "Nieuw Abtskwartier".

 

De ontwerpen van Dewez voor Vlierbeek zijn gelukkig bewaard gebleven. Aan de hand van deze plannen werd in 2012 door de Heemkundige Kring Vlierbeek een 3D reconstructie gemaakt. De reeks afbeeldingen hieronder geeft een beeld van hoe de abdij eruit gezien zou hebben indien het bouwproject door architect Dewez, voltooid werd.

 

Opvallend zijn de enorme afmetingen van het geheel, dat de ambitie van de laatste abten illustreert. Op de plannen van Dewez was de kerk gesitueerd rechts achter het hoofdgebouw dat abts- en gastenkwartier bevatte. Daardoor vormde ze niet meer het hiërarchisch middelpunt van de abdij. De architect stapte af van de idee dat een klooster een stad Gods is, doch benadrukte het residentieel karakter. De abdij werd beschouwd als woonplaats voor een abt die zich gedroeg als een prins en hoge gasten moest ontvangen. De opvatting van de neoclassicistische hoofdgevel en van de interieurs werkte het prestigekarakter in de hand. Enkel de uiterst linkse hoek van dit hoofdgebouw is gerealiseerd.

 

Klik op de foto's om ze te vergroten.

 

© Heemkundige Kring Vlierbeek vzw

Voorgevel volgens Dewez

Deel deze pagina